Love is Strange

 

De films van Ira Sachs (Married Life, het hier ten onrechte niet uitgebrachte Keep the Lights On) gaan eigenlijk altijd wel over koppels en liefde. Des te opmerkelijker dat uitgerekend zijn laatste film het beestje bij de naam noemt. In Love is Strange is het namelijk niet de gebruikelijke Grote Liefde tussen man en vrouw, of zoals hier man en man, die vreemd is, maar de liefde binnen alle mogelijke verhoudingen. Tussen moeder en zoon, oom en neef, buurman en buurman, kortom alle mogelijke naasten. Niet dat dit een groots caleidoscopisch spektakelstuk is, integendeel. Regisseur en medescenarioschrijver Sachs houdt het juist zo klein, dat je bijna over het hoofd ziet wat zijn film zoal aansnijdt.

Geïnspireerd door het realisme van de Franse regisseur Maurice Pialat en de rustig vloeiende en beschouwende films van Yasujirō Ozu, met name diens Tokyo Story over een ouder echtpaar op bezoek bij zijn kinderen, vertelt Sachs het verhaal van het eveneens oudere echtpaar Ben (John Lightow) en George (Alfred Molina). De twee zijn al een levenlang samen maar stappen nu in het huwelijksbootje. Maar wat een rustige film over hun gelukkige leven had kunnen worden, verandert al snel door tegenwoordigs nummer één verbroederende vijand: de kerk. Door het huwelijk verliest George zijn baan als muziekleraar bij een Christelijke school. Dat betekent meteen ook, gebrek aan inkomen om hun appartement in Manhattan te behouden. In hun zoektocht naar een goedkopere woning belandt Ben tijdelijk bij zijn documentairemakende neef Elliot met schrijfstervrouw Kate (Marisa Tomei) en crasht George op de bank bij zijn voormalige onderburen, alsmaar feestend gay koppel Ted en Roberto.

Het is nu al een paar keer gevallen, het eerste dat waarschijnlijk opvalt is dat het hier gaat om twee mannen. Daar kunnen we kort over zijn: ja, Love is Strange zal onvermijdelijk geprogrammeerd worden op gay movie nights, maar het verfrissende eraan is dat het ondanks de hoofdrol voor het getrouwde stel géén homofilm is. De liefde tussen de twee heeft zich na 40 jaar wel bewezen en het feit dat dit twee mannen zijn is voor niemand een probleem. Hooguit voor de kerk die hun liefde jarenlang voor lief nam maar er pas moeite mee heeft nu het zwart op wit staat. Dat mag dan wel het startpunt zijn van de ontwikkelingen in de film, dat wordt nooit het drama. Net zoals dat de tegenslagen genoeg materiaal geven voor zelfbeklag of “o kijk die arme mensen nou toch eens”, maar dat Sachs nooit die slachtofferrol toelaat. Om zieligheid is het hier niet te doen.

 

Onder elk dak een verhaal

Meer dan een ‘homo’film is het een film over crisis, over woningnood, over gedwongen samenleven, over gedwongen níet samenleven met je geliefde. Over omgaan met externe factoren. Hoe te handelen bij tegenslag. Opgekropte frustratie en verdriet terwijl iedereen het luchtig probeert te houden. Chopins muziek biedt daarbij troost. Net als de beelden van cameraman Christos Voudouris die de onweerstaanbare maar veel te dure kwelgeest New York aangenaam mee laten spelen. Vanaf het dak waar Ben schildert is de stad een aaneenschakeling van skyline en daken. Een van de mooiste uitzichten die je voor je kunt hebben. Maar wie weet welke verhalen en levens er onder elk dak schuilgaan. Dat geldt niet alleen voor de levens van vreemden, zelfs nog meer voor bekenden. Zoals Ben vanaf zijn logeeradres in een telefoontje tegen George zegt: “when you live with people, you know them better than you care to.”

Door de nadruk te leggen op de weerbaarheid van deze paar relaties en generaties, die van Ben en George in het bijzonder, wordt Love is Strange een optelsom van liefdetjes. Het geheel is daarbij meer dan de som der delen. Grote allesomvattende liefde verstopt in kleine, haast terloopse taferelen. Met een bitterzoet einde dat in al z'n weemoed de cirkel weer rond maakt. Die grote boze wolf maar blazen, maar dit huisje krijgt 'ie niet omver.

 

Deze recensie is eerder verschenen op de site van Eline Wonders.